DE VISIE VAN REMEHA

‘In 2040 draait er een cv-ketel naast elke hybride warmtepomp’’

Met het oog op een ‘klimaatneutraal 2050’ zet Remeha vol in op verduurzaming. Nieuwe groene gassoorten, bijmenging met waterstof en hybride combinaties moeten bijdragen aan het terugdringen van onze CO2-uitstoot. Maar de energietransitie zet installateurs ook voor nieuwe uitdagingen en vraagt om een andere manier van werken. Dick van Dijk, trainer en opleider bij Remeha, fabrikant van binnenklimaatoplossingen, blikt met ons op de toekomst van groen gas, de installatietechniek en hybride verwarmingscombinaties.

Dick van Dijk verzorgt trainingen voor installateurs, scholen en buitenlandse partnerbedrijven.

De nieuwste generatie ACE-toestellen.

Dalend gasverbruik

Sinds 1990 houdt het CBS het gasverbruik in bestaande woningen in Nederland bij. Dat begon in 1990 met een gemiddeld verbruik van 1800 kuub gas. In 2020 is dat gezakt naar 1000 kuub. Deze daling wordt door Van Dijk verklaart door vier redenen: “allereerst zijn VR-ketels vervangen door HR-ketels, de woningen zijn beter geïsoleerd, door klimaatverandering zijn de winters niet meer zo koud als vroeger, en ook de intrede van warmtepompen en warmtenetten hebben bijgedragen aan het reduceren van het gasverbruik. Doe je heel hard je best, dan kun je met een CV-ketel nog wel zakken tot 900 kuub, maar veel lager komen we met gas niet.” Om toch de stap naar een ‘klimaatneutraal 2050’ te maken, heeft Remeha de focus gelegd om in 2040 alle bestaande woningen in Nederland die nog een HR-ketel hebben, te voorzien van een hybride combinatie. “Als we dat gaan doen, zullen we rond 2040 nog op een gasverbruik van 400 kuub zitten. Dat is toch nog een reductie van 60% ten opzichte van het gemiddelde gasverbruik per in woning in het jaar 2020.”

Van aardgas naar groen gas

Toch gelooft Dick niet dat we helemaal van het gas af gaan: “Bij Remeha denken we dat tussen de 40%en 60% van de bestaande woningen alsnog een gasaansluiting heeft in 2050. Maar in plaats van het fossiele aardgas zullen we overgaan op groene gassen, zoals biogas of waterstof.” En of waterstof de toekomst heeft? “Dat moet groeien. Het is een soort curve die heel langzaam maar zeker begint op te lopen. En als je dan kijkt hoe de ontwikkeling van die nieuwe gassoorten loopt en je kijkt dan naar de lijn die nog overblijft, voor die 400 kuub aardgas, dan zie je dat ergens rond 2050 die lijnen elkaar kruisen. Dat is het moment dat we dus afscheid hebben genomen van aardgas en de nieuwe groene gassoorten het hebben overgenomen. Onze nieuwste modellen CV-ketels zijn al geschikt voor 20% bijmenging van waterstof en we zijn volop bezig met proefprojecten met 100% waterstoftoestellen.”

Nieuwe kijk op Trias Energetica

Om grotere stappen te kunnen zetten in het terugdringen van onze CO2-uitstoot stelt Dick voor om in de Trias Energetica de eerste twee stappen om te draaien. “Dat betekent dat wanneer een huis geschikt is om hybride te verwarmen, je eerst de energie zo duurzaam mogelijk op gaat wekken met een hybride warmtepomp. Daarmee kun je al zo’n 60 tot 70% besparen op gas. De energierekening en de CO2- uitstoot gaan daarmee al een heel eind naar beneden. Als vervolgstap kun je verder gaan met isoleren om nog meer te besparen.” Volgens Dick valt hiermee uiteindelijk een grotere CO2-uitstootbesparing te behalen dan wanneer er eerst (na)geïsoleerd wordt. Dit vergt wel wat overtuigingskracht bij installateurs en energiecoaches, die toch gewend zijn om eerst te isoleren en daarna pas over te stappen op een hybride warmtepomp. “Er moet een mindset-verandering komen en ik had echt verwacht dat dat automatisch zou gaan. Dat blijkt in de praktijk echter niet zo te zijn. Maar dat is juist het leuke, om die mensen daarover na te laten denken”, lacht Van Dijk.

Die mindset-verandering moet er bij de installatie van de hybride-combinatie ook nog komen: “Installateurs hebben nu nog vaak de gedachte dat de warmtepomp náást de CV komt te hangen. Maar in een goede hybride combinatie zijn die twee omgedraaid. De warmtevraag wordt dan door de warmtepomp geregeld en niet meer door de CV-ketel. We moeten de installateurs even ‘resetten’.” In de bestaande bouw heb je bij een hybride-combinatie altijd een buffervat nodig. “En dat is een beetje een ondergeschoven verhaal. Daar wordt nog wel eens op bezuinigd want installateurs denken dat dat een buffervat niet nodig is. Maar je moet wel een minimale looptijd van de warmtepomp kunnen garanderen en vergeet ook niet dat een buitendeel kan invriezen, waar voor het ontdooiproces warmte onttrokken kan worden uit radiatoren.”

Toekomstige generatie installateurs

Om al die bestaande woningen te voorzien van hybride-combinaties, zijn ook veel monteurs nodig. Tegelijkertijd wordt het steeds lastiger om aan gekwalificeerd personeel te komen. Maar Van Dijk bekijkt het positief: “Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor techniek op scholen. Vroeger waren de opleidingen heel theoretisch en kreeg je maar een klein stukje praktijk. Jongeren hebben daar tegenwoordig toch minder zin in. Zij steken liever vier dagen per week de handen uit de mouwen en zitten dan nog één dag in de schoolbanken om de theorie erachter te leren.”

Daarnaast zijn er steeds meer zogenaamde bedrijfsscholen die met name zij-instromers binnenhalen. In een paar maanden kunnen geïnteresseerden intern een opleiding doen en deelcertificaten halen. Bij een ROC kunnen deze zij-instromers dan nog aanvullend het theoretische opleidingsgedeelte doen, zodat ze samen met de deelcertificaten toch binnen anderhalf jaar een diploma kunnen halen. “Dat zijn leuke ontwikkelingen en initiatieven. Bedrijven hebben dan al binnen drie maanden iemand die onderhoud kan doen aan een cv-ketel. De installateur kan meteen het veld in, terwijl hij of zij daarnaast de opleiding aan het ROC afrondt. Dat maakt het steeds interessanter voor zowel bedrijven en jongeren om via dit traject de installatietechniek in te gaan. En laten we eerlijk zijn, dankzij de energietransitie heeft deze nieuwe generatie tot 2050 gegarandeerd werk.”

ACE-toestellen

Ook bij de ontwikkeling van de nieuwe modellen CVketels wordt rekening gehouden met de installateur. “Het idee is: ken je één type, dan ken je ze allemaal! Al onze ACE toestellen hebben een besturingssysteem dat exact hetzelfde is. Dus kom je bij een CV-ketel of warmtepomp van een particulier of in de utiliteit, dan maakt dat niets uit. De hele opbouw, en alles wat erin zit, is allemaal hetzelfde. Hier en daar zijn er kleine verschillen, maar de structuur is hetzelfde, dus je weet waar je wezen moet.” Doordat de onderdelen van de nieuwste generatie ACE-toestellen één-op-één uitwisselbaar zijn, heeft de installateur ook een kleinere onderdelenvoorraad in zijn bus nodig. Dat bespaart ruimte en brandstof. De Tzerra Ace-Matic is het eerste toestel dat zichzelf automatisch zo instelt, dat het de optimale prestaties vasthoudt en zichzelf bijregelt wanneer dat nodig is. “Door de toestellen slimmer te maken, maken we het werk van de installateur een stukje gemakkelijker. Dan kunnen deze mensen hun beperkte tijd en capaciteit inzetten waar dat echt nodig is.”

Training voor installateur

Nu de mensen van Rensa getraind zijn en knowhow hebben over de warmtepompen van dit merk, gaat LG ook trainingen aanbieden aan installateurs. Klous: “Voor installateurs die nog geen of weinig ervaring hebben met warmtepompen bieden we een driedaagse training aan. De eerste dag speelt vooral in op wat een warmtepomp is. In dag twee gaan we in op hoe je een warmtepomp installeert en hoe je dat goed doet. Denk bijvoorbeeld aan de veel gehoorde klacht dat een warmtepomp geluidoverlast zou geven. Een warmtepomp maakt geluid, maar het wordt pas overlast door fouten in de installatie. Bijvoorbeeld door een verkeerde uitblaasrichting of doordat de warmtepomp in een nis staat waarin het geluid weerkaatst. Of door te kleine leidingen. Er zijn heel veel redenen en oorzaken. Dat ligt echt niet altijd aan de installateur, maar je moet het hem wel vertellen. De derde dag gaan we diep in op service en onderhoud en het opsporen en analyseren van storingen.”

Compact-training

Voor installateurs die al veel ervaring hebben met warmtepompen, biedt LG een ‘compact-training’ aan. “Dat is een training van één dag waarin we vooral ingaan op merkspecifieke zaken. Bijvoorbeeld hoe je in de menu’s komt en hoe je die instelt. Zo’n training kost een installateur tijd en geld, maar je bespaart er mee bij de installatie. Daarbij komt het ook veel professioneler over bij een klant als je weet wat je doet dan dat je dat zelf allemaal nog ter plekke op moet zoeken.”

LG hoopt op deze manier bij te dragen aan de kennis van de installateur en het werk gemakkelijker te maken, zodat de energietransitie succesvol kan verlopen. “Daar hebben we elkaar voor nodig in de driehoek van fabrikant, groothandel en installateur.”



‘In 2040 draait er een cv-ketel naast elke hybride warmtepomp’’

DE VISIE VAN REMEHA

Dalend gasverbruik

Sinds 1990 houdt het CBS het gasverbruik in bestaande woningen in Nederland bij. Dat begon in 1990 met een gemiddeld verbruik van 1800 kuub gas. In 2020 is dat gezakt naar 1000 kuub. Deze daling wordt door Van Dijk verklaart door vier redenen: “allereerst zijn VR-ketels vervangen door HR-ketels, de woningen zijn beter geïsoleerd, door klimaatverandering zijn de winters niet meer zo koud als vroeger, en ook de intrede van warmtepompen en warmtenetten hebben bijgedragen aan het reduceren van het gasverbruik. Doe je heel hard je best, dan kun je met een CV-ketel nog wel zakken tot 900 kuub, maar veel lager komen we met gas niet.” Om toch de stap naar een ‘klimaatneutraal 2050’ te maken, heeft Remeha de focus gelegd om in 2040 alle bestaande woningen in Nederland die nog een HR-ketel hebben, te voorzien van een hybride combinatie. “Als we dat gaan doen, zullen we rond 2040 nog op een gasverbruik van 400 kuub zitten. Dat is toch nog een reductie van 60% ten opzichte van het gemiddelde gasverbruik per in woning in het jaar 2020.”

Van aardgas naar groen gas

Toch gelooft Dick niet dat we helemaal van het gas af gaan: “Bij Remeha denken we dat tussen de 40%en 60% van de bestaande woningen alsnog een gasaansluiting heeft in 2050. Maar in plaats van het fossiele aardgas zullen we overgaan op groene gassen, zoals biogas of waterstof.” En of waterstof de toekomst heeft? “Dat moet groeien. Het is een soort curve die heel langzaam maar zeker begint op te lopen. En als je dan kijkt hoe de ontwikkeling van die nieuwe gassoorten loopt en je kijkt dan naar de lijn die nog overblijft, voor die 400 kuub aardgas, dan zie je dat ergens rond 2050 die lijnen elkaar kruisen. Dat is het moment dat we dus afscheid hebben genomen van aardgas en de nieuwe groene gassoorten het hebben overgenomen. Onze nieuwste modellen CV-ketels zijn al geschikt voor 20% bijmenging van waterstof en we zijn volop bezig met proefprojecten met 100% waterstoftoestellen.”

Nieuwe kijk op Trias Energetica

Om grotere stappen te kunnen zetten in het terugdringen van onze CO2-uitstoot stelt Dick voor om in de Trias Energetica de eerste twee stappen om te draaien. “Dat betekent dat wanneer een huis geschikt is om hybride te verwarmen, je eerst de energie zo duurzaam mogelijk op gaat wekken met een hybride warmtepomp. Daarmee kun je al zo’n 60 tot 70% besparen op gas. De energierekening en de CO2- uitstoot gaan daarmee al een heel eind naar beneden. Als vervolgstap kun je verder gaan met isoleren om nog meer te besparen.” Volgens Dick valt hiermee uiteindelijk een grotere CO2-uitstootbesparing te behalen dan wanneer er eerst (na)geïsoleerd wordt. Dit vergt wel wat overtuigingskracht bij installateurs en energiecoaches, die toch gewend zijn om eerst te isoleren en daarna pas over te stappen op een hybride warmtepomp. “Er moet een mindset-verandering komen en ik had echt verwacht dat dat automatisch zou gaan. Dat blijkt in de praktijk echter niet zo te zijn. Maar dat is juist het leuke, om die mensen daarover na te laten denken”, lacht Van Dijk.

Die mindset-verandering moet er bij de installatie van de hybride-combinatie ook nog komen: “Installateurs hebben nu nog vaak de gedachte dat de warmtepomp náást de CV komt te hangen. Maar in een goede hybride combinatie zijn die twee omgedraaid. De warmtevraag wordt dan door de warmtepomp geregeld en niet meer door de CV-ketel. We moeten de installateurs even ‘resetten’.” In de bestaande bouw heb je bij een hybride-combinatie altijd een buffervat nodig. “En dat is een beetje een ondergeschoven verhaal. Daar wordt nog wel eens op bezuinigd want installateurs denken dat dat een buffervat niet nodig is. Maar je moet wel een minimale looptijd van de warmtepomp kunnen garanderen en vergeet ook niet dat een buitendeel kan invriezen, waar voor het ontdooiproces warmte onttrokken kan worden uit radiatoren.”


Toekomstige generatie installateurs

Om al die bestaande woningen te voorzien van hybride-combinaties, zijn ook veel monteurs nodig. Tegelijkertijd wordt het steeds lastiger om aan gekwalificeerd personeel te komen. Maar Van Dijk bekijkt het positief: “Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor techniek op scholen. Vroeger waren de opleidingen heel theoretisch en kreeg je maar een klein stukje praktijk. Jongeren hebben daar tegenwoordig toch minder zin in. Zij steken liever vier dagen per week de handen uit de mouwen en zitten dan nog één dag in de schoolbanken om de theorie erachter te leren.”

Daarnaast zijn er steeds meer zogenaamde bedrijfsscholen die met name zij-instromers binnenhalen. In een paar maanden kunnen geïnteresseerden intern een opleiding doen en deelcertificaten halen. Bij een ROC kunnen deze zij-instromers dan nog aanvullend het theoretische opleidingsgedeelte doen, zodat ze samen met de deelcertificaten toch binnen anderhalf jaar een diploma kunnen halen. “Dat zijn leuke ontwikkelingen en initiatieven. Bedrijven hebben dan al binnen drie maanden iemand die onderhoud kan doen aan een cv-ketel. De installateur kan meteen het veld in, terwijl hij of zij daarnaast de opleiding aan het ROC afrondt. Dat maakt het steeds interessanter voor zowel bedrijven en jongeren om via dit traject de installatietechniek in te gaan. En laten we eerlijk zijn, dankzij de energietransitie heeft deze nieuwe generatie tot 2050 gegarandeerd werk.”

ACE-toestellen

Ook bij de ontwikkeling van de nieuwe modellen CVketels wordt rekening gehouden met de installateur. “Het idee is: ken je één type, dan ken je ze allemaal! Al onze ACE toestellen hebben een besturingssysteem dat exact hetzelfde is. Dus kom je bij een CV-ketel of warmtepomp van een particulier of in de utiliteit, dan maakt dat niets uit. De hele opbouw, en alles wat erin zit, is allemaal hetzelfde. Hier en daar zijn er kleine verschillen, maar de structuur is hetzelfde, dus je weet waar je wezen moet.”

Doordat de onderdelen van de nieuwste generatie ACE-toestellen één-op-één uitwisselbaar zijn, heeft de installateur ook een kleinere onderdelenvoorraad in zijn bus nodig. Dat bespaart ruimte en brandstof. De Tzerra Ace-Matic is het eerste toestel dat zichzelf automatisch zo instelt, dat het de optimale prestaties vasthoudt en zichzelf bijregelt wanneer dat nodig is. “Door de toestellen slimmer te maken, maken we het werk van de installateur een stukje gemakkelijker. Dan kunnen deze mensen hun beperkte tijd en capaciteit inzetten waar dat echt nodig is.”

Training voor installateur

Nu de mensen van Rensa getraind zijn en knowhow hebben over de warmtepompen van dit merk, gaat LG ook trainingen aanbieden aan installateurs. Klous: “Voor installateurs die nog geen of weinig ervaring hebben met warmtepompen bieden we een driedaagse training aan. De eerste dag speelt vooral in op wat een warmtepomp is. In dag twee gaan we in op hoe je een warmtepomp installeert en hoe je dat goed doet. Denk bijvoorbeeld aan de veel gehoorde klacht dat een warmtepomp geluidoverlast zou geven. Een warmtepomp maakt geluid, maar het wordt pas overlast door fouten in de installatie. Bijvoorbeeld door een verkeerde uitblaasrichting of doordat de warmtepomp in een nis staat waarin het geluid weerkaatst. Of door te kleine leidingen. Er zijn heel veel redenen en oorzaken. Dat ligt echt niet altijd aan de installateur, maar je moet het hem wel vertellen. De derde dag gaan we diep in op service en onderhoud en het opsporen en analyseren van storingen.”

Compact-training

Voor installateurs die al veel ervaring hebben met warmtepompen, biedt LG een ‘compact-training’ aan. “Dat is een training van één dag waarin we vooral ingaan op merkspecifieke zaken. Bijvoorbeeld hoe je in de menu’s komt en hoe je die instelt. Zo’n training kost een installateur tijd en geld, maar je bespaart er mee bij de installatie. Daarbij komt het ook veel professioneler over bij een klant als je weet wat je doet dan dat je dat zelf allemaal nog ter plekke op moet zoeken.”

LG hoopt op deze manier bij te dragen aan de kennis van de installateur en het werk gemakkelijker te maken, zodat de energietransitie succesvol kan verlopen. “Daar hebben we elkaar voor nodig in de driehoek van fabrikant, groothandel en installateur.”



Met het oog op een ‘klimaatneutraal 2050’ zet Remeha vol in op verduurzaming. Nieuwe groene gassoorten, bijmenging met waterstof en hybride combinaties moeten bijdragen aan het terugdringen van onze CO2-uitstoot. Maar de energietransitie zet installateurs ook voor nieuwe uitdagingen en vraagt om een andere manier van werken. Dick van Dijk, trainer en opleider bij Remeha, fabrikant van binnenklimaatoplossingen, blikt met ons op de toekomst van groen gas, de installatietechniek en hybride verwarmingscombinaties.

Rondom Rensa

Lees het laatste nieuws over Rensa en onze fabrikanten in het Rondom Rensa magazine.
Volledig scherm