INSTALLATIETREND

Opmars van propaan in warmtepompen

Veel nieuwe types warmtepompen bevatten het koudemiddel R290, oftewel propaan. Dit natuurlijke koudemiddel is niet alleen milieuvriendelijk; het heeft goede koudetechnische eigenschappen en is relatief voordelig. De sterke brandbaarheid is een risico, maar daar kun je wat aan doen.

Goede prestatie

Er is echter méér dan de milieubelasting. Daar komt nog eens bij dat R290 ook uitstekend presteert bij warmtepompen voor huishoudelijk gebruik. Het heeft een hoge latente warmte-inhoud, en kan dus veel energie bevatten. Grofweg kun je met een lagere hoeveelheid koudemiddel een hogere aanvoertemperatuur van de warmtepomp realiseren. Dat maakt het koudemiddel een aantrekkelijke optie, waar de HR-ketel moet worden vervangen. Hierbij moet wel aangetekend worden dat dit hoge bereik wel ten koste gaat van de efficiency, want het kost natuurlijk wel extra stroom. Net als elke andere warmtepomp is ook propaan gebaat bij een zo laag mogelijke aanvoertemperatuur. Dan is de COP het hoogst en loont dus ook de investering in deze dure techniek.

Brandbaar

Een eigenschap van propaan is dat het sterker brandbaar is dan synthetische koudemiddelen, en tegelijkertijd geurloos en kleurloos is. De brandbaarheid was jaren geleden juist de reden om synthetische koudemiddelen te ontwikkelen. Propaan is zwaarder dan lucht en zal dus altijd dalen; dit in tegenstelling tot aardgas, dat een zelfde brandbaarheid kent. Wanneer je propaan opsluit in een kleine ruimte kan het ontbranden, maar ook een ontsteking met een elektrisch apparaat kan gevaar opleveren. Het is dus altijd zaak om monteurs goed op te leiden over de eigenschappen en mogelijke risico’s, ook al is het niet altijd verplicht.

Monoblock

Propaan zien we nu vooral in buiten opgestelde monoblocksystemen, waarbij het hele warmtepompcircuit in het buitendeel is ondergebracht. De aanvoer- en retourleiding naar binnen bevatten geen koudemiddel, zoals bij split-systemen. Het koudemiddel zit in kleine hoeveelheden in een gesloten circuit. Het voordeel is dat installateurs geen F-gassen certificering hoeven te hebben, al kan dit door de populariteit van dit koudemiddel gaan veranderen. De monoblock-warmtepompen zijn vaak wat forser en zwaarder dan de splitsystemen, maar presteren nagenoeg hetzelfde.

Certificering

De installatiebranche zit niet stil qua zelfregulering. Het vakbekwaamheidsbewijs Brandbare Koudemiddelen (ACB) is niet verplicht maar wel een aanrader voor wie meer met R290 en andere natuurlijke koudemiddelen gaat werken. Deze kent net als de F-gassen certificering verschillende gradaties. B1: voor alle systemen, B2 voor systemen tot 25 kg koudemiddel en B3 voor installaties met een inhoud tot 1 kg. Het is een kwestie van tijd dat ook split-systemen met propaan worden uitgevoerd, en dan zal een dergelijk certificaat naar verwachting wel verplicht worden.

Fabrikantvoorschriften

Warmtepompfabrikanten leveren veiligheidsvoorschriften voor wat de opstelling betreft. Zo moet er altijd een minimale afstand tot ramen en ventilatieopeningen in acht worden genomen, om te voorkomen dat bij lekkage gassen naar binnen glippen. In de toestellen zijn verder gasdetectoren, ventilatoren en veiligheidsventielen opgenomen.

Binnenshuis

Het koudemiddel propaan wordt in toenemende mate ook bij binnen opgestelde warmtepompen toegepast. Dit zijn warmtepompen die ontwikkeld worden zónder buitenunit. Voor binnenshuis zijn ook restricties. Het koudemiddel (maximaal 150 gram) zit ook hier in een gesloten circuit met veiligheidsvoorzieningen als gasdetectie, ventilatoren en veiligheidsventielen. Mocht propaan ontsnappen, zal het dus altijd naar buiten worden gevoerd. Ook het overstortventiel mag niet naar binnen afblazen. Vanwege de hoeveelheidsbeperking aan koudemiddel gaat het bij dit soort installaties over warmtepompen met een relatief laag vermogen. Er wordt in normcommissies gesproken over het ophogen van die maximale hoeveelheid; dit zal er mogelijk toe leiden dat ook grotere warmtepompvermogens binnenshuis of via split-systemen opgesteld kunnen worden.

Rensa heeft inmiddels een groot aantal leveranciers die warmtepompen leveren met propaan als koudemiddel, of dat binnenkort gaan doen. De trend is dat bijna elke fabrikant nu een assortiment op de markt brengt naast, of ter vervanging van machines op R410a of R32.

Koudemiddelen uitfaseren

R290 wordt gezien als het koudemiddel van de toekomst. De voornaamste reden dat propaan zo in opkomst is, ligt in het feit dat Europese regelgeving binnen afzienbare tijd het gebruik van synthetische koudemiddelen wil uitfaseren. Nieuw te verkopen airco’s en warmtepompen mogen vanaf 2027 niet meer worden afgevuld met R410a en R32. Bestaande systemen mogen wel worden bijgevuld en er bestaan uitzonderingen voor het hergebruik van koudemiddelen. Let op voor grotere warmtepompen (met meer koudemiddel) zijn de uitfaseringsscenario’s anders.

Milieuvriendelijker

De mate van milieuschade wordt gemeten onder de noemer Global Warming Potential (GWP), dat is een coëfficiënt voor de uitstoot van het koudemiddel wanneer het lekt; R410a en R32 hebben een Global Warming Potential van respectievelijk 2088 en 675. R290 is net als ammoniak of CO2 een natuurlijk koudemiddel: het heeft een GWP van 3. Propaan kan de milieutoets dus glansrijk doorstaan. Op lange termijn gaat ook R32 in nieuwe warmtepompen in de ban.

Zekerheid 1: Eenvoudig bestelproces

Niets zo vervelend als fouten in de bestelling omdat bepaalde onderdelen niet compatibel zijn of gewoonweg vergeten worden. Een SKID bestel je als een enkel artikel. Daardoor kost het inkoopproces minder tijd. Bovendien is de kans op een fout in de bestelling minimaal, want je hoeft geen losse onderdelen te bestellen. Je hebt uiteraard een vrije keuze in het merk en type van de warmtepomp. Rensa zorgt voor de juiste selectie van het fabricaat en type appendages en overige componenten.

Opmars van propaan in warmtepompen

INSTALLATIETREND

Brandbaar

Een eigenschap van propaan is dat het sterker brandbaar is dan synthetische koudemiddelen, en tegelijkertijd geurloos en kleurloos is. De brandbaarheid was jaren geleden juist de reden om synthetische koudemiddelen te ontwikkelen. Propaan is zwaarder dan lucht en zal dus altijd dalen; dit in tegenstelling tot aardgas, dat een zelfde brandbaarheid kent. Wanneer je propaan opsluit in een kleine ruimte kan het ontbranden, maar ook een ontsteking met een elektrisch apparaat kan gevaar opleveren. Het is dus altijd zaak om monteurs goed op te leiden over de eigenschappen en mogelijke risico’s, ook al is het niet altijd verplicht.

Monoblock

Propaan zien we nu vooral in buiten opgestelde monoblocksystemen, waarbij het hele warmtepompcircuit in het buitendeel is ondergebracht. De aanvoer- en retourleiding naar binnen bevatten geen koudemiddel, zoals bij split-systemen. Het koudemiddel zit in kleine hoeveelheden in een gesloten circuit. Het voordeel is dat installateurs geen F-gassen certificering hoeven te hebben, al kan dit door de populariteit van dit koudemiddel gaan veranderen. De monoblock-warmtepompen zijn vaak wat forser en zwaarder dan de splitsystemen, maar presteren nagenoeg hetzelfde.

Certificering

De installatiebranche zit niet stil qua zelfregulering. Het vakbekwaamheidsbewijs Brandbare Koudemiddelen (ACB) is niet verplicht maar wel een aanrader voor wie meer met R290 en andere natuurlijke koudemiddelen gaat werken. Deze kent net als de F-gassen certificering verschillende gradaties. B1: voor alle systemen, B2 voor systemen tot 25 kg koudemiddel en B3 voor installaties met een inhoud tot 1 kg. Het is een kwestie van tijd dat ook split-systemen met propaan worden uitgevoerd, en dan zal een dergelijk certificaat naar verwachting wel verplicht worden.

Fabrikantvoorschriften

Warmtepompfabrikanten leveren veiligheidsvoorschriften voor wat de opstelling betreft. Zo moet er altijd een minimale afstand tot ramen en ventilatieopeningen in acht worden genomen, om te voorkomen dat bij lekkage gassen naar binnen glippen. In de toestellen zijn verder gasdetectoren, ventilatoren en veiligheidsventielen opgenomen.

Binnenshuis

Het koudemiddel propaan wordt in toenemende mate ook bij binnen opgestelde warmtepompen toegepast. Dit zijn warmtepompen die ontwikkeld worden zónder buitenunit. Voor binnenshuis zijn ook restricties. Het koudemiddel (maximaal 150 gram) zit ook hier in een gesloten circuit met veiligheidsvoorzieningen als gasdetectie, ventilatoren en veiligheidsventielen. Mocht propaan ontsnappen, zal het dus altijd naar buiten worden gevoerd. Ook het overstortventiel mag niet naar binnen afblazen. Vanwege de hoeveelheidsbeperking aan koudemiddel gaat het bij dit soort installaties over warmtepompen met een relatief laag vermogen. Er wordt in normcommissies gesproken over het ophogen van die maximale hoeveelheid; dit zal er mogelijk toe leiden dat ook grotere warmtepompvermogens binnenshuis of via split-systemen opgesteld kunnen worden.

Goede prestatie

Er is echter méér dan de milieubelasting. Daar komt nog eens bij dat R290 ook uitstekend presteert bij warmtepompen voor huishoudelijk gebruik. Het heeft een hoge latente warmte-inhoud, en kan dus veel energie bevatten. Grofweg kun je met een lagere hoeveelheid koudemiddel een hogere aanvoertemperatuur van de warmtepomp realiseren. Dat maakt het koudemiddel een aantrekkelijke optie, waar de HR-ketel moet worden vervangen. Hierbij moet wel aangetekend worden dat dit hoge bereik wel ten koste gaat van de efficiency, want het kost natuurlijk wel extra stroom. Net als elke andere warmtepomp is ook propaan gebaat bij een zo laag mogelijke aanvoertemperatuur. Dan is de COP het hoogst en loont dus ook de investering in deze dure techniek.

Rensa heeft inmiddels een groot aantal leveranciers die warmtepompen leveren met propaan als koudemiddel, of dat binnenkort gaan doen. De trend is dat bijna elke fabrikant nu een assortiment op de markt brengt naast, of ter vervanging van machines op R410a of R32.

Koudemiddelen uitfaseren

R290 wordt gezien als het koudemiddel van de toekomst. De voornaamste reden dat propaan zo in opkomst is, ligt in het feit dat Europese regelgeving binnen afzienbare tijd het gebruik van synthetische koudemiddelen wil uitfaseren. Nieuw te verkopen airco’s en warmtepompen mogen vanaf 2027 niet meer worden afgevuld met R410a en R32. Bestaande systemen mogen wel worden bijgevuld en er bestaan uitzonderingen voor het hergebruik van koudemiddelen. Let op voor grotere warmtepompen (met meer koudemiddel) zijn de uitfaseringsscenario’s anders.

Milieuvriendelijker

De mate van milieuschade wordt gemeten onder de noemer Global Warming Potential (GWP), dat is een coëfficiënt voor de uitstoot van het koudemiddel wanneer het lekt; R410a en R32 hebben een Global Warming Potential van respectievelijk 2088 en 675. R290 is net als ammoniak of CO2 een natuurlijk koudemiddel: het heeft een GWP van 3. Propaan kan de milieutoets dus glansrijk doorstaan. Op lange termijn gaat ook R32 in nieuwe warmtepompen in de ban.

Veel nieuwe types warmtepompen bevatten het koudemiddel R290, oftewel propaan. Dit natuurlijke koudemiddel is niet alleen milieuvriendelijk; het heeft goede koudetechnische eigenschappen en is relatief voordelig. De sterke brandbaarheid is een risico, maar daar kun je wat aan doen.

Een airco in bedrijf stellen zonder F-gassencertificaten

Als bedrijf dien je BRL100 (F-gassen) gecertificeerd en als monteur BRL200 gecertificeerd te zijn voor het inbedrijfstellen van een airconditioninginstallatie. Heb je deze certificering (nog) niet? Rensa en haar zusterbedrijf Splitfix regelen het voor je. Splitfix verzorgt het aansluiten van koeltechnische leidingen, voert een lekdichtheidstest uit met stikstof, vacumeert de installatie en stelt deze in bedrijf.

Deze service kan worden toegevoegd bij een bestelling van een airconditioningsysteem op rensa.nl. Meer informatie hierover kun je vinden via rensa.nl/ibs

Rondom Rensa

Lees het laatste nieuws over Rensa en onze fabrikanten in het Rondom Rensa magazine.
Volledig scherm