Fase 1: Ontwerp

In de ontwerpfase wordt bepaald welk ventilatiesysteem het beste aansluit bij het bouwproject. De keuze hangt vaak samen met het type vloer: bij een kanaalplaatvloer ligt een verdeelsysteem via kanalen voor de hand, terwijl bij een breedplaatvloer vaak gekozen wordt voor een verdeelbox met flexibele langen. Een uitgewerkt BIM-model is hierbij onmisbaar, zodat alle onderdelen direct geschikt zijn voor prefabricage.

Fase 2: Toetsing

Na ontvangst van het BIM-model controleert Rensa of het ontwerp maakbaar is. Waar nodig wordt een generiek model omgezet naar een specifiek model, compleet met maatvoering en materiaalspecificaties. Samen met de installateur en aannemer wordt dit ontwerp afgestemd en goedgekeurd. Op basis hiervan stelt Rensa prefabsheets en luchtberekeningen op, zodat precies duidelijk is wat er geproduceerd moet worden.

Fase 4: Afbouwen

In de ruwbouwfase levert Rensa de prefabsets just-intime op de bouwplaats, afgestemd op het afroepschema van de installateur. In deze fase zorgt de installateur voor de montage volgens het legplan. De WTW-unit en bijbehorende materialen, al dan niet geprefabriceerd, kunnen op een later moment verpakkingsarm worden geleverd, zodat deze direct in de juiste fase geplaatst (of gemonteerd) kunnen worden.

Fase 3: Prefabben

Op de productielocatie worden de ventilatie-onderdelen nauwkeurig op maat gemaakt en voorzien van unieke coderingen. Elk onderdeel krijgt een eigen nummer en artikelcode, waardoor de sets overzichtelijk en compleet worden klaargemaakt voor transport. De overzichtsheets fungeren als legplan, zodat alle onderdelen op de bouwplaats direct herkenbaar zijn.