


Blik op het zuiden: duurzaam renoveren begint bij warmte buiten houden
Wie op een zomerse middag door een Zuid-Europees dorp wandelt, krijgt soms het gevoel in een spookstad beland te zijn. Huizen zitten potdicht, luiken gesloten, straten verlaten. Maar schijn bedriegt: bewoners weten precies wat ze doen. Door overdag ramen, deuren en luiken te sluiten, houden ze de brandende zon buiten. Het is een eeuwenoude, eenvoudige én duurzame strategie om huizen koel te houden zonder extra energieverbruik.
Gebouwd op koude winters, niet op hete zomers
In Nederland kunnen we daar best iets van leren, stelt Frank Dimmendaal, Sales Engineer bij Rensa. Want hoewel ons bouwkundig erfgoed is afgestemd op gure winters, zijn onze woningen allesbehalve geschikt voor hete zomers. “We hebben woningen ontwikkeld met hoge isolatiewaarden en weinig massa,” legt Dimmendaal uit. “Dat houdt warmte in de winter goed binnen, maar in de zomer kan de warmte niet meer weg.”
Nergens zijn de raampartijen groter dan in Nederland, vaak georiënteerd op het zuiden om zoveel mogelijk daglicht binnen te halen. Dat levert prachtige lichte woningen op in het voorjaar en najaar, maar tijdens tropische dagen verandert zo’n huis al snel in een broeikas. Volgens Dimmendaal is de eerste stap richting duurzaam comfort dan ook zon weren: denk aan luiken, screens of slimme zonwering, zodat de warmte überhaupt niet binnenkomt. “Dat is uiteindelijk de meest duurzame manier,” benadrukt hij. “Alles wat je niet hoeft weg te ventileren of mechanisch hoeft te koelen, bespaar je aan energie.”
Renoveren met slimme ventilatie-oplossingen
Maar zelfs met de beste zonwering zal in Nederland ventilatie onmisbaar blijven. Want luchten is niet alleen nodig om warme lucht af te voeren, maar ook om vocht en CO2 te reguleren en een gezond binnenklimaat te garanderen. Traditioneel gebeurde dat met natuurlijke ventilatie via roosters en klepramen, maar moderne, goed geïsoleerde woningen vragen om meer.
In de renovatiemarkt zijn grofweg twee ventilatiestrategieën in opmars, vertelt Dimmendaal. Bij kleinere renovaties wordt vaak gekozen voor een upgrade van bestaande ventilatieboxen naar vraaggestuurde systemen (ventilatie C). Die meten bijvoorbeeld CO2-concentraties in referentieruimtes en passen de ventilatieluchttoevoer daar slim op aan. “Zo voorkom je dat je onnodig veel koude buitenlucht binnenhaalt in de winter,” legt hij uit. “Dat scheelt energie, omdat je minder hoeft te verwarmen.” Tegelijkertijd kan zo’n systeem bij een plotseling hogere bezetting, denk aan een verjaardagsfeest, de luchtverversing tijdelijk opschroeven.
Warmteterugwinning bij grotere renovaties
Bij grootschalige renovaties of wanneer gevels en ramen toch worden vervangen, komt ventilatie D met warmteterugwinning (WTW) steeds vaker in beeld. Daarbij wordt niet alleen frisse lucht toegevoerd, maar wordt ook warmte uit de afgevoerde lucht hergebruikt. Een veel toegepaste variant is het zogenoemde overflow-systeem, waarbij lucht op de slaapkamers wordt ingeblazen en via de overloop en woonkamer wordt afgevoerd. “Zeker in doorzonwoningen werkt dat goed,” zegt Dimmendaal. “Je benut de bestaande doorstroom van ruimtes en hoeft niet overal ingewikkelde kanalen te leggen.”
Koelen met nachtventilatie
Nachtventilatie biedt daarnaast een mooie aanvulling, benadrukt hij. Daarbij wordt ’s nachts, als het buiten koeler is dan binnen, zoveel mogelijk lucht in de woning gebracht om op een natuurlijke manier af te koelen. Producenten spelen daarop in met slimme regelingen die de ventilatie-intensiteit automatisch verhogen zodra de buitentemperatuur het toelaat. “Met mechanische nachtventilatie kun je veel besparen,” legt Dimmendaal uit. “Je zet alleen een ventilator aan in plaats van een airco, dat scheelt aanzienlijk in elektriciteit.”
Toch zit er een grens aan. Nachtventilatie haalt nooit hetzelfde koelvermogen als een actieve airco. Maar wie eerst warmte buiten houdt, met zonwering en goede oriëntatie van glasoppervlakken en pas daarna ventileert, kan het gebruik van energieverslindende koeling tot een minimum beperken.
Een andere blik op comfort
Volgens Dimmendaal staat Nederland pas aan het begin van die denkomslag. Architecten, installateurs én bewoners moeten wennen aan een nieuwe blik op comfort. “We zijn gewend om alles potdicht te isoleren en alleen op verwarming te sturen,” zegt hij. “Maar met het veranderende klimaat moeten we leren nadenken over hoe we warmte buiten houden én hoe we woningen in de zomer koel krijgen.”
De blik op het zuiden kan ons daarbij inspireren. Niet om massaal luiken op te hangen, maar wel om te beseffen dat duurzaam renoveren bij de basis begint: voorkomen dat hitte binnenkomt, en vervolgens slim en energiezuinig ventileren. Zo kunnen we ook in een steeds heter Nederland het hoofd koel houden.


Blik op het zuiden: duurzaam renoveren begint bij warmte buiten houden
Wie op een zomerse middag door een Zuid-Europees dorp wandelt, krijgt soms het gevoel in een spookstad beland te zijn. Huizen zitten potdicht, luiken gesloten, straten verlaten. Maar schijn bedriegt: bewoners weten precies wat ze doen. Door overdag ramen, deuren en luiken te sluiten, houden ze de brandende zon buiten. Het is een eeuwenoude, eenvoudige én duurzame strategie om huizen koel te houden zonder extra energieverbruik.
Gebouwd op koude winters, niet op hete zomers
In Nederland kunnen we daar best iets van leren, stelt Frank Dimmendaal, Sales Engineer bij Rensa. Want hoewel ons bouwkundig erfgoed is afgestemd op gure winters, zijn onze woningen allesbehalve geschikt voor hete zomers. “We hebben woningen ontwikkeld met hoge isolatiewaarden en weinig massa,” legt Dimmendaal uit. “Dat houdt warmte in de winter goed binnen, maar in de zomer kan de warmte niet meer weg.”
Nergens zijn de raampartijen groter dan in Nederland, vaak georiënteerd op het zuiden om zoveel mogelijk daglicht binnen te halen. Dat levert prachtige lichte woningen op in het voorjaar en najaar, maar tijdens tropische dagen verandert zo’n huis al snel in een broeikas. Volgens Dimmendaal is de eerste stap richting duurzaam comfort dan ook zon weren: denk aan luiken, screens of slimme zonwering, zodat de warmte überhaupt niet binnenkomt. “Dat is uiteindelijk de meest duurzame manier,” benadrukt hij. “Alles wat je niet hoeft weg te ventileren of mechanisch hoeft te koelen, bespaar je aan energie.”
Renoveren met slimme ventilatie-oplossingen
Maar zelfs met de beste zonwering zal in Nederland ventilatie onmisbaar blijven. Want luchten is niet alleen nodig om warme lucht af te voeren, maar ook om vocht en CO2 te reguleren en een gezond binnenklimaat te garanderen. Traditioneel gebeurde dat met natuurlijke ventilatie via roosters en klepramen, maar moderne, goed geïsoleerde woningen vragen om meer.
In de renovatiemarkt zijn grofweg twee ventilatiestrategieën in opmars, vertelt Dimmendaal. Bij kleinere renovaties wordt vaak gekozen voor een upgrade van bestaande ventilatieboxen naar vraaggestuurde systemen (ventilatie C). Die meten bijvoorbeeld CO2-concentraties in referentieruimtes en passen de ventilatieluchttoevoer daar slim op aan. “Zo voorkom je dat je onnodig veel koude buitenlucht binnenhaalt in de winter,” legt hij uit. “Dat scheelt energie, omdat je minder hoeft te verwarmen.” Tegelijkertijd kan zo’n systeem bij een plotseling hogere bezetting, denk aan een verjaardagsfeest, de luchtverversing tijdelijk opschroeven.
Warmteterugwinning bij grotere renovaties
Bij grootschalige renovaties of wanneer gevels en ramen toch worden vervangen, komt ventilatie D met warmteterugwinning (WTW) steeds vaker in beeld. Daarbij wordt niet alleen frisse lucht toegevoerd, maar wordt ook warmte uit de afgevoerde lucht hergebruikt. Een veel toegepaste variant is het zogenoemde overflow-systeem, waarbij lucht op de slaapkamers wordt ingeblazen en via de overloop en woonkamer wordt afgevoerd. “Zeker in doorzonwoningen werkt dat goed,” zegt Dimmendaal. “Je benut de bestaande doorstroom van ruimtes en hoeft niet overal ingewikkelde kanalen te leggen.”
Koelen met nachtventilatie
Nachtventilatie biedt daarnaast een mooie aanvulling, benadrukt hij. Daarbij wordt ’s nachts, als het buiten koeler is dan binnen, zoveel mogelijk lucht in de woning gebracht om op een natuurlijke manier af te koelen. Producenten spelen daarop in met slimme regelingen die de ventilatie-intensiteit automatisch verhogen zodra de buitentemperatuur het toelaat. “Met mechanische nachtventilatie kun je veel besparen,” legt Dimmendaal uit. “Je zet alleen een ventilator aan in plaats van een airco, dat scheelt aanzienlijk in elektriciteit.”
Toch zit er een grens aan. Nachtventilatie haalt nooit hetzelfde koelvermogen als een actieve airco. Maar wie eerst warmte buiten houdt, met zonwering en goede oriëntatie van glasoppervlakken en pas daarna ventileert, kan het gebruik van energieverslindende koeling tot een minimum beperken.
Een andere blik op comfort
Volgens Dimmendaal staat Nederland pas aan het begin van die denkomslag. Architecten, installateurs én bewoners moeten wennen aan een nieuwe blik op comfort. “We zijn gewend om alles potdicht te isoleren en alleen op verwarming te sturen,” zegt hij. “Maar met het veranderende klimaat moeten we leren nadenken over hoe we warmte buiten houden én hoe we woningen in de zomer koel krijgen.”
De blik op het zuiden kan ons daarbij inspireren. Niet om massaal luiken op te hangen, maar wel om te beseffen dat duurzaam renoveren bij de basis begint: voorkomen dat hitte binnenkomt, en vervolgens slim en energiezuinig ventileren. Zo kunnen we ook in een steeds heter Nederland het hoofd koel houden.
